Wanneer gebruik je 'wordt' en wanneer 'word'?
Het Nederlandse werkwoord 'worden' zorgt regelmatig voor verwarring, vooral in de tegenwoordige tijd. Veel mensen vragen zich af of ze 'word' of 'wordt' moeten gebruiken. Beide vormen bestaan, maar ze passen in andere grammaticale contexten. In dit artikel leggen we duidelijk uit wat het verschil is tussen deze twee vormen en hoe je ze correct gebruikt.
Wat betekent 'worden'?
'Worden' is een hulpwerkwoord in het Nederlands dat onder andere wordt gebruikt om de lijdende vorm te maken en om een verandering van toestand of zijn aan te geven. Denk aan een zin als: "Hij wordt boos". In dit geval geeft 'wordt' aan dat iemand verandert van toestand, namelijk van neutraal naar boos.
'Worden' in de tegenwoordige tijd
In de tegenwoordige tijd zijn er verschillende vervoegingen van 'worden', afhankelijk van het onderwerp. Dit is waar veel fouten ontstaan. De stam van 'worden' is 'word'. De vorm zonder 't' wordt gebruikt als het onderwerp 'ik' is: "Ik word boos." Hier is 'word' dus correct.
Als het onderwerp van de zin hij, zij of het is, voeg je een 't' toe aan het werkwoord: "Hij wordt boos." Hier zie je dat 'wordt' met een 't' hoort bij de derde persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd.
Veelgemaakte fouten
Een veelgemaakte fout is het gebruik van 'word' zonder t bij hij/zij/het. Bijvoorbeeld: "Zij word ziek" is onjuist. Het moet zijn: "Zij wordt ziek." Andersom komt het ook voor dat mensen 'wordt' met een t gebruiken bij het onderwerp 'ik': "Ik wordt boos" is fout. In dat geval is het correct om te schrijven: "Ik word boos."
Hoe onthoud je het verschil?
Een handige tip om het verschil te onthouden: kijk naar het onderwerp van de zin. Als je iemand anders beschrijft (hij, zij, het of een naam), dan komt er meestal een t achter het werkwoord. Als je iets over jezelf zegt en het werkwoord staat vooraan (zoals bij "ik word"), dan gebruik je de stam zonder 't'.
Voorbeelden uit de praktijk
"Ik word moe" – correct, want het onderwerp is 'ik'.
"Hij wordt moe" – ook correct, want het onderwerp is 'hij'.
"Jij wordt beter" – correct bij normale volgorde.
"Word jij beter?" – nog steeds correct ondanks omkering, want de 't' blijft in vragen.
Samengevat
Het verschil tussen 'word' en 'wordt' draait helemaal om het onderwerp van de zin. Lees je zin goed na en vraag je af wie of wat het onderwerp is. Zo voorkom je veelgemaakte spelfouten en zorg je dat jouw Nederlands foutloos is.