Wat is juist: besef of beseft?
Veel mensen twijfelen tussen de woorden 'besef' en 'beseft'. Het verschil lijkt klein, maar in de Nederlandse taal is het belangrijk om de juiste vorm te gebruiken. In dit artikel leggen we je uit wanneer je 'besef' gebruikt en wanneer 'beseft' correct is.
De betekenis van 'besef'
'Besef' is een zelfstandig naamwoord en betekent het weten of begrijpen van iets. Denk bijvoorbeeld aan de zin: "Ze had geen besef van tijd." Hier geeft het woord 'besef' een toestand weer — het gaat dus niet om een werkwoordsvorm, maar om een begrip.
De werkwoordsvorm 'beseffen'
Het werkwoord 'beseffen' betekent zich ergens bewust van worden. Wanneer je dit werkwoord vervoegt in de tegenwoordige tijd, ontstaat onder andere de vorm 'beseft'. Bijvoorbeeld in de zin: "Hij beseft dat hij een fout heeft gemaakt." In dit geval is 'beseft' de derde persoon enkelvoud van het werkwoord 'beseffen'.
Voorbeelden met het werkwoord 'beseffen'
Om het verschil nog duidelijker te maken, volgen hier enkele voorbeeldzinnen:
- Ik besef dat dit belangrijk is.
- Jij beseft niet wat je hebt aangericht.
- Hij beseft dat hij te laat is.
Let op dat 'hij' en 'zij' in de derde persoon enkelvoud vallen, en dat eindigt dus met '-t': beseft.
Hoe voorkom je de fout?
Een handige manier om verwarring te voorkomen, is door je af te vragen of je iets wilt zeggen over het begrip (dan gebruik je 'besef') of over een handeling (dan gebruik je de juiste werkwoordsvorm, bijvoorbeeld 'beseft'). Twijfel je in een zin tussen 'besef' en 'beseft', kijk dan eerst of er sprake is van een onderwerp dat iets doet – dat wijst vaak op een werkwoord.
Veelgemaakte fouten met 'beseffen'
Eén van de meest voorkomende fouten is het vergeten van de '-t' in de derde persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd. 'Hij besef' is dus fout, het moet zijn 'hij beseft'. Ook komt het voor dat mensen 'besef' gebruiken als werkwoordsvorm, terwijl dit fout is. Bijvoorbeeld: "Ik besef het niet" is correct, maar "Ik besef het niet goed" zou als "Ik beseft het niet goed" fout zijn. Let dus goed op de vervoeging.
Samenvattend
Gebruik 'besef' als zelfstandig naamwoord – als je het over een begrip hebt. Gebruik 'beseft' wanneer je iemand als onderwerp hebt die zich ergens van bewust wordt. Een juiste toepassing van deze vormen maakt je taalgebruik een stuk correcter én begrijpelijker.