Verkeerslichten en hun gedrag
Je hebt het vast wel eens meegemaakt: je rijdt aan het einde van de dag naar huis en staat bij een verkeerslicht dat maar niet op groen springt. Soms lijkt het alsof het licht wel een halve minuut langer dan normaal op rood blijft staan. Dat kan frustrerend zijn, zeker als er nauwelijks verkeer is. Veel mensen vragen zich af waarom een verkeerslicht soms extra lang op rood knippert, terwijl er niemand anders lijkt te wachten. In dit artikel leggen we uit hoe dat zit.
Hoe werkt een verkeerslicht?
De meeste verkeerslichten werken met behulp van sensoren in het wegdek. Deze sensoren detecteren voertuigen die op de stoplijn wachten. Het systeem bepaalt aan de hand van verkeersdrukte, tijdstippen en vooraf ingestelde cycli wanneer en hoelang een licht op groen of rood staat. In sommige gevallen zijn er ook verkeerslichten die reageren op voetgangers die op een knop drukken.
Vast ingestelde cycli
Een deel van de verkeerslichten in Nederland werkt nog met vaste tijdschema’s. Deze zijn ingesteld op basis van gemiddeld verkeer op specifieke tijdstippen. Dat betekent dat ook al is er op een bepaald moment weinig verkeer, het verkeerslicht toch een lange roodfase kan hebben omdat dat zo is geprogrammeerd.
Verstoringen in de detectie
Als de detectielus in het asfalt kapot is of niet goed werkt, kan het verkeerslicht verkeerd inschatten hoeveel verkeer er staat. Hierdoor kan het gebeuren dat jouw rijbaan niet gedetecteerd wordt en dus langer rood blijft. Ook weersomstandigheden zoals regen of sneeuw kunnen invloed hebben op de werking van die sensoren.
Binnenstadsverkeer en prioriteit
In grote steden krijgen bepaalde rijrichtingen of voertuigtypes voorrang in de verkeerslichtenregeling. Denk aan openbaar vervoer of hulpdiensten. Als op dat moment een bus het kruispunt nadert, krijgt die voorrang waardoor jouw licht langer rood blijft. Het lijkt dan alsof jouw licht oneindig lang op rood blijft staan, maar het systeem maakt een bewuste keuze voor de doorstroming van het belangrijkere verkeer.
Nachtregeling en verkeersveiligheid
Vaak schakelen verkeerslichten 's nachts over op een ander programma waarbij veiligheid voorop staat. Daardoor kunnen verkeerslichten langer op rood blijven staan, vooral als ze wachten op detectie van een voertuig. Als je dan net buiten het detectiegebied staat, kan het zijn dat je de roodfase niet activeert, en dat je langer moet wachten dan normaal.
Wat kun je zelf doen?
Als je vaak merkt dat een verkeerslicht op jouw route abnormaal lang op rood blijft, kun je dit melden bij de gemeente. Zij kunnen onderzoeken of er sprake is van een defecte sensor of een fout in de programmering. Daarnaast kun je bij het stoppen goed opletten dat je je voertuig boven de detectielussen plaatst. Deze bevinden zich meestal net na de stopstreep, binnen gemarkeerde lijnen op het asfalt.