Waarom is het verschil tussen 'wordt' en 'word' zo lastig?
Veel mensen twijfelen regelmatig of ze 'wordt' met een 't' of 'word' zonder 't' moeten schrijven. Deze twijfel is heel begrijpelijk, want het verschil is subtiel en hangt af van de grammaticale constructie in de zin. Toch is het belangrijk om het goed te schrijven, zeker in formele communicatie. In dit artikel leggen we je precies uit hoe je het juiste werkwoordsvorm gebruikt.
Wat is het verschil tussen 'word' en 'wordt'?
Het verschil tussen 'word' en 'wordt' zit hem in het onderwerp van de zin. Bij werkwoorden in de tegenwoordige tijd (zoals 'worden') verandert de vorm afhankelijk van het onderwerp. We hebben het hier over vervoeging van het werkwoord 'worden'.
Gebruik van 'word'
'Word' gebruik je wanneer het onderwerp de eerste persoon enkelvoud is (ik). Bijvoorbeeld: 'Ik word moe van al dat lawaai.' In dit geval hoort er geen 't' achter, omdat bij 'ik' in de tegenwoordige tijd geen extra 't' gebruikt wordt.
Gebruik van 'wordt'
'Wordt' gebruik je wanneer het onderwerp de tweede of derde persoon enkelvoud is, zoals 'jij', 'je', 'hij', of 'zij'. Bijvoorbeeld: 'Jij wordt morgen opgehaald.' of 'Zij wordt om zes uur wakker.' In deze gevallen voeg je wél een 't' toe aan de stam van het werkwoord.
Uitzonderingen bij inversie
Het kan verwarrend zijn wanneer de volgorde van woorden verandert, zoals bij een vraagzin of als de zin met een ander woord begint dan het onderwerp. Bijvoorbeeld: 'Word jij morgen om acht uur opgehaald?' In dit geval komt 'word' voor het onderwerp te staan, maar je gebruikt alsnog de juiste vervoeging zonder 't' omdat het onderwerp 'jij' is en bij inversie de 't' wegvalt.
Veelgemaakte fouten en hoe ze te vermijden
Een veelgemaakte fout is het plaatsen van een 't' na 'ik', wat grammaticaal niet correct is. Ook verwarren mensen soms de vervoeging bij vragen of omgekeerde zinsvolgorde. De truc is om altijd het onderwerp van de zin te identificeren voordat je het werkwoord vervoegt. Als je weet wie iets doet of overkomt, kun je bepalen of je 'word' of 'wordt' moet gebruiken.
Samenvatting: wanneer gebruik je 'word' en wanneer 'wordt'?
Gebruik 'word' bij 'ik' of als er sprake is van inversie met 'jij' of 'je'. Gebruik 'wordt' bij 'jij', 'hij', 'zij' of 'het' in normale woordvolgorde. Door deze regels toe te passen, vermijd je taalfouten en schrijf je correcte zinnen.
